Recent onderzoek van Wageningen University & Research in samenwerking met De Rijke Noordzee wijst op de mogelijke aanwezigheid van haaien roggen in windparken op zee, waaronder Windpark Hollandse Kust Zuid. In 8,5 procent van de 436 genomen monsters werd DNA-materiaal gevonden van vijf verschillende soorten haaien en roggen. De monsters werden verzameld uit vier windparken: Gemini, Luchterduinen, Borssele en Hollandse Kust Zuid.
Bijzondere ontdekking: sporen van de reuzenhaai
Opvallend in dit onderzoek waren sporen van de reuzenhaai (Cetorhinus maximus) in Windpark Hollandse Kust Zuid. Dit is na de walvishaai de op één na grootste haai ter wereld, kan tot wel 10 meter lang worden en een gewicht van 5.200 kilo bereiken. Deze soort wordt zelden gezien in de Nederlandse Noordzee. Hoewel het dier zelf niet is waargenomen, duiden de DNA-sporen op mogelijke aanwezigheid. Sporen die dieren achterlaten in de leefomgeving worden omgevings-DNA (eDNA) genoemd.
Volgens marien ecoloog Tim Wilms (Vattenfall) zijn deze bevindingen een positieve verassing, maar waar tegelijkertijd geen snelle conclusies uit moeten worden getrokken. “Het is belangrijk om te benadrukken dat eDNA alleen indirect bewijs biedt en geen garantie geeft dat er daadwerkelijk reuzenhaaien in het windpark Hollandse Kust Zuid rondzwemmen.”
Windparken als toevluchtsoord voor zeeleven
Regelmatig klinkt er kritiek dat de windparken schadelijk zijn voor het leven onder water. De trillingen en het geluid van de turbines zouden verstorend werken. Maar dit onderzoek toont juist aan dat haaien en roggen zich er niet door laten tegenhouden. Daarnaast kunnen offshore windparken mogelijk een toevluchtsoord bieden voor haaien en roggen, mede doordat bodemsleepnetten in deze gebieden verboden zijn. De turbinefunderingen creëren bovendien nieuwe habitats voor zeeleven door het zogenoemde rif-effect.


